Bindmaterialen:
Haak: een licht gebogen haak of normale droge vlieghaak #12-18
Binddraad: grijs 8/0 eventueel spiderweb voor de hackle
Staart: mix van grizzle en bruine hanenfibers
Body: mol, muskusrat of vervanger
Vleugel: witte antron
Hackle: 1x grizzle en 1x bruin
Ook een Adams, maar dan in parachute stijl. Het geheim van parachute vliegen is dat het lijfje door de waterspiegel prikt. De hackles prikken door het wateroppervlak heen en de staart dient als een soort outriggers voor balans. De vleugel is opvallend en dient als het zeil van een zeilbootje. Zo zie je ook echte insekten op een beek of rivier voorbijkomen tijdens een hatch.
Je begint met de wingpost ofwel: de vleugel, die je naar voren wijzend inbindt. Start op een maatje 12 en als je de techniek goed onder de knie hebt dan kun je kleiner (en kleine vliegen zijn meestal de betere vangers). Let weer op de verhoudingen!
De parachute hackle moet soepel zijn. De genetische hackles werken hier bijzonder goed vanwege de dunne schacht. Hoe je de hackle bindt is een kwestie van: hoe vind ik het makkelijk? Er zijn verschillende manieren: “hackelen” in een horizontaal vlak maar k verticaal. Voor de laatste methode moet je de haak anders in de vice zetten > naar beneden wijzend. Een goede leermeester is Oliver Edwards; kijk eens naar zijn video’s/ DVD’s of lees zijn artikelen. Op de website van Hans van Klinken is de Klinkhamer Special te vinden; niks anders dan een parachute vlieg. Op deze site staat een goede uitleg over de bindtechniek. Vissen doe je bij voorkeur op stromend water met deze vlieg. Klassiek inwerpen schuin tegen de stroom in en laten meedrijven.
Pas op voor drag ; door de lijn te menden verlengd de drift of gebruik een reachcast.